Vanaf vandaag tot het einde van het jaar: iedere dag één letter van het opruim abc.
(weggooien, wegdoen=verkopen, kringloop, recyclen of weggooien)
Aardappelschil-, brood, en vleesmessen: houd er twee van elke soort.
Boterhamzakjes van plastic: maak ze op en koop een broodtrommel of herbruikbare boterhamzakjes.
Citruspers: gebruik je die wel eens?
Douche: doe vijf dingen weg uit de badkamer.
E-mail: schoon je mail op en maak de prullenbak leeg.
Foto’s: sorteer ze en plak ze in. Schoon je digitale foto’s op.
Garage: gooi er tien dingen uit weg.
Handdoeken: doe de versleten handdoeken uit de keuken en badkamer weg.
Iedereen in jouw huis: twee dingen wegdoen.
Jassen: iedereen twee winterjassen, één tussenjas en één zomerjas.
Knutselspullen: uitgedroogde klei en viltstiften wegdoen.
Laarzen: iedereen één paar passende regenlaarzen. En één set regenkleding. Paraplu’s: twee is genoeg.
Machines: welke elektrische apparaten zijn kapot en/of gebruik je niet meer? Verkoop, kringloop, milieustraat.
Nooit gedragen kleding: doe het weg.
Ongebruikte puzzels en spelletjes. Breng ze weg.
Pannen: welke gebruik je?
Qua speelgoed: ieder kind zoekt twee stuks uit die weg kunnen.
Rommellaatje keuken: opruimen.
Sokken: kapotte wegdoen. Ieder maximaal tien paar houden.
Tuingereedschap: wat gebruik je?
Uurwerken: hoeveel klokken, wekkers en horloges heb je? Doe de kapotte en ongebruikte weg.
Vazen: twee is genoeg.
Wc: doe er twee dingen uit weg.
Xtreem weer? Iedereen één set zwem- en skikleding. En één muts, twee paar handschoenen en eventueel een sjaal.
Yskast: doe het eten dat over de datum is weg. Kijk gelijk even naar de kruidenpotjes!
Zolder: doe er tien dingen van weg.
Succes!